Vandaag is de dag van de arbeid. De dag waarop in 1890 voor het eerst massaal werd gedemonstreerd voor een achturige werkdag. De dag waarop we de strijd en de waardigheid van de arbeidersklasse vieren, de dag van de hoop op een rechtvaardige samenleving.
Het is de dag om stil te staan bij de rechten van arbeiders wereldwijd. De mensen die onder andere zorgen voor grote delen van ons voedsel en de producten die we dagelijks gebruiken. Dit alles doen ze meestal voor bizar lage lonen en te vaak in slechte werkomstandigheden. Deze dag is voor alle mensen in de vitale beroepen: het zorgpersoneel, de supermarktmedewerkers, schoonmakers, distributiemedewerkers, leraren, medewerkers van het openbaar vervoer en vele anderen.
We staan vaak te weinig stil bij de waarde van de arbeider en bij de strijd die ooit is geleverd voor hun rechten. Ook is er te weinig aandacht voor de afbraak van deze rechten sindsdien, en de vaak gebrekkige bescherming van arbeiders. Dit is een dag om bijvoorbeeld solidair te zijn met iedereen die strijdt voor een hoger minimumloon, voor de mensen die vechten tegen discriminatie op de arbeidsmarkt en zij die zich verzetten tegen de tegenprestatie, omdat ze voor een eerlijk loon willen werken.
We staan vaak te weinig stil bij de waarde van de arbeider en bij de strijd die ooit is geleverd voor arbeidsrechten.
Vanuit Rotterdam BIJ1 strijden wij voor radicale gelijkwaardigheid en economische rechtvaardigheid. Daarom staan wij bijvoorbeeld ook voor het verhogen van het minimumloon naar 14 euro per uur. Juist tijdens de coronacrisis is duidelijk zichtbaar dat niet de mensen aan de top van het bedrijfsleven, maar juist de arbeiders het tikkende hart van onze samenleving vormen.
Wij willen dat onze stad vanaf nu een voortrekkersrol neemt als het gaat om maatregelen tegen discriminatie op de werkvloer en het betalen van redelijke salarissen. Alleen applaus is niet voldoende.