Vragen naar aanleiding van de uitspraak rondom racistische appgroepen bij de Politie Rotterdam

Geachte heer Aboutaleb, wethouders en gemeenteraad,

"Als er maar een snippertje van waar blijkt, is er voor deze lieden in mijn eenheid geen plaats".

Met deze krachtige woorden reageerde onze burgemeester op het nieuws dat politieagenten van het korps Rotterdam zich racistisch hadden uitgelaten in een groepsapp. De zaak kwam via het NRC naar buiten, waarna de politie alsnog een onderzoek aankondigde. De krant kreeg screenshots van de gesprekken onder ogen. Agenten refereren aan burgers met een migratieachtergrond als "kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen" op wie ze willen "schieten".

In februari 2019 hebben collega-agenten reeds melding gemaakt van het gebeuren, maar toen vond de politie een goed gesprek genoeg. Het OM heeft inmiddels besloten dat deze vijf agenten voor deze uitlatingen, die ze in februari 2019 deden in een besloten WhatsApp groep, niet strafrechtelijk vervolgd worden. Dat besloot het Openbaar Ministerie op basis van onderzoek. Er wordt nog een disciplinair onderzoek ingesteld door de politie, maar het probleem is veel groter dan de besloten WhatsApp groep. De visie die daarin door de agenten werd gedeeld over mensen van kleur is meer dan woorden, het is hoe zij naar de wereld en naar Rotterdammers van kleur kijken. Zij zien hen als 'kankerallochtonen' en fantaseren hardop over het neerschieten van deze mensen.

Het schokkende feit is dat er in onze stad agenten op straat lopen met deze gedachten. Die dus met dit soort ideeën in hun hoofd kijken naar een groot deel van de Rotterdammers en waarvan je mag aannemen dat deze denkbeelden ook hun handelen zal beïnvloeden. Wij vragen ons ernstig af in hoeverre men binnen korps Rotterdam echt bereidwillig is om het zelflerende vermogen van de politie als organisatie aan te spreken. Het lijkt er namelijk sterk op dat men er in dit geval voor gekozen heeft deze gebeurtenissen vooral binnenskamers te houden en er pas serieus actie is ondernomen onder druk van de publicatie van het NRC.

Rotterdam BIJ1 is geschrokken van het feit dat deze mensen niet alleen in februari niet reeds ontslagen zijn, maar dat ze nog steeds in actieve dienst zijn tot aan vandaag. Wat ons betreft mag er geen plaats zijn voor mensen met dit soort ideeën binnen het Politiekorps.

We willen de burgemeester de volgende vragen voorleggen:

  1. Was de burgemeester in februari reeds op de hoogte van de gebeurtenissen? Zo ja, waarom is er destijds geen groot onderzoek gestart?
  2. Waarom werd op dat moment een ‘goed gesprek’ voldoende geacht om met deze ernstige kwestie om te gaan?
  3. Waarom vond de burgemeester het in februari niet nodig hard in te grijpen, maar geeft hij in een interview in juli wel aan dat er geen plaats is voor dit type agent in zijn korps? Waarom was deze plaats er dan in februari nog wel?
  4. Waarom heeft de politie pas na publicatie in het NRC besloten een onderzoek in te stellen?
  5. Waarom is pas naar buiten gereageerd op het incident nadat het in de media verscheen?
  6. Is de burgemeester van mening dat het geen loze uitspraken van agenten waren, maar dat dit intrinsieke motivatie van de agenten kan zijn?
  7. Begrijpt de burgemeester wat het effect van de visie van deze agenten kan zijn op het dagelijks werk van deze agenten?
  8. Begrijpt de burgemeester wat het voor Rotterdammers van kleur kan betekenen als zij geconfronteerd kunnen worden met politieagenten die zo over ze denken en spreken?
  9. Denkt de burgemeester dat deze agenten een ieder in Rotterdam gelijkwaardig zullen behandelen?
  10. Waarom zijn deze agenten pas op non-actief gezet nadat het NRC hun onderzoek publiceerde?
  11. Wat betekent deze uitspraak van het OM voor het onderzoek wat de politie nu zelf uit gaat voeren?
  12. Gaat de burgemeester zijn eigen woorden naleven en de stad tonen dat er voor agenten als deze geen plaats is in de Rotterdamse politie-eenheid?
  13. Hoe kun je als politie aan de ene kant zeggen te werken aan het winnen van vertrouwen bij de burgers en organiseer je daarom onder andere dialoogtafels, maar laat je agenten met dit soort denkbeelden in actieve dienst door de Rotterdamse straten lopen?
  14. Hoe kun je het verantwoorden naar de Rotterdamse burgers dat agenten die geweldsfantasieën posten in een appgroep met bewapening de straat op gaan?
  15. Gaat de politie ook onderzoek doen naar de mogelijke relatie van het doen van dit soort uitlatingen en het dagelijks handelen in de politiepraktijk van de betreffende agenten? Wij denken dan aan zaken als; Is er sprake van vaker etnisch profileren of het gebruik van buitenproportioneel geweld of andere incidenten die wellicht te herleiden zijn naar de afkomst van de mogelijke verdachten?
  16. Wat voor gevolgen gaat dit door het NRC uitgevoerde onderzoek hebben op het politiekorps Rotterdam? Met andere woorden; gaat men een korps-breed onderzoek uitvoeren om te voorkomen dat andere agenten met dezelfde racistische ideeën de straten van Rotterdam onveilig maken voor mensen van kleur?

Met vriendelijke groet, Sandra Salome

Voorzitter bestuur Rotterdam BIJ1