Rechtvaardige uitvoering WMO

Sinds de invoering van de WMO in 2015 is de gemeente Rotterdam zelf verantwoordelijk voor een groot deel van de zorg voor haar bewoners. Het idee achter de WMO was dat zorg zo dichter bij de burger zou komen te staan. De afgelopen jaren is dit echter niet gebeurd. We zien dat de wachttijden voor zorg lang zijn, dat mensen nog steeds van loket naar loket worden gestuurd en te weinig zorg krijgen. Bovendien is de zorg die burgers krijgen niet goed is afgestemd op hun behoeften.

Op het moment is toegang tot de zorg inderdaad georganiseerd via wijkteams en dus dichter bij de burger. Maar een te hoge werkdruk zorgt ervoor dat medewerkers te weinig tijd en ruimte hebben om te kijken naar wat mensen écht nodig hebben. In de wijkteams komen verschillende disciplines van zorg samen die met elkaar invulling geven aan de eerstelijnszorg in de wijken. Ze stellen zorgplannen op met de zorgvragers, geven invulling aan de eerstelijnszorg en waar nodig verwijzen ze door naar extra zorg. BIJ1 wil hier extra geld en tijd voor vrijmaken.

We zien te vaak dat zorgpakketten te weinig in samenspraak met mensen worden opgesteld, maar in plaats daarvan aan mensen worden opgelegd. Er is te weinig oog voor de diversiteit in zorgbehoeften van burgers. Veel van deze behoeftes vallen buiten de de kaders waarbinnen Rotterdamse zorgprofessionals zijn opgeleid. Ook zorgt de werkdruk ervoor dat er te weinig tijd is voor preventie. Hierdoor komen mensen pas bij het wijkteam terecht wanneer de behoefte aan zorg groot is.

Diversiteit in zorg en ervaringsdeskundigheid moeten de basis worden voor het inrichten van de zorg in Rotterdam.

BIJ1 ondersteunt dan ook het gebruik van het sociaal model voor mensen met een beperking, in plaats van een medisch model. Wat als ‘beperking’ wordt bestempeld, wordt bepaald de door leefomgeving, niet door de persoon. De mogelijkheden die onze stad, onze wijken en buurten bieden aan mensen met een beperking zorgen er juist voor dat zij beperkt worden. Dit geldt ook in de zorg, waar de doelgroep te weinig zeggenschap heeft over het zorgproces.

Voor mensen met een beperking of een chronische ziekte wil BIJ1 goede (in)formele mogelijkheden om mee te denken en mee te beslissen over gepaste zorg. Ook willen we meer aandacht voor neurodivergentie als onderdeel van iemands persoonlijkheid in plaats van als ziekte. Ook hiervoor wil Rotterdam BIJ1 aanvullende training inzetten.

We zien verder dat veel dingen misgaan in de GGZ. BIJ1 wil dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en het menselijk perspectief terugbrengt in de zorg. Een intakegesprek is meer dan een vragenlijst, een geslaagde behandeling meer dan het afvinken van criteria. Het tekort aan warmte en begrip in de zorg wil BIJ1 opvangen met ervaringsdeskundigheid. Wie spreekt uit ervaring ziet de echte problemen vaak beter en begrijpt dat onmacht iets anders is dan onwil.

Wachtlijsten zijn nog altijd een groot probleem. Het gat tussen aanmelding en daadwerkelijke behandeling groeit nog altijd. Waar vroeger een wachttijd van 6 weken voor een indicatie gold, geldt in de praktijk inmiddels een periode van soms wel drie maanden. In de tussentijd nemen problemen toe, verergeren ze of veranderen ze. BIJ1 zoekt naar structurele oplossingen. We zien het belang van peer-to-peer netwerken in dit stadium van zorg, maar zetten vooral in op het versnellen van het indicatieproces. Zorg moet niet alleen sneller starten, maar ook minder snel ophouden. Te vaak zien we terugval omdat mensen te vroeg worden losgelaten. Zorg moet betrouwbaar zijn, duurzaam.

  • We gaan WMO-zorg aanbieden vanuit maatwerk, de garantie van het recht op zorg en dus de behoefte van de zorgvrager. Niet vanuit een bezuinigingsdoelstelling.
  • Ervaringskennis moet een sterkere rol krijgen binnen het werken en opleiden van de zorgmedewerkers in Rotterdam.
  • We gaan Wijkteam-medewerkers versterken in het werken in een diverse samenleving met een intersectionele kijk op zorg.
  • Wijkteams gaan werken vanuit vaste locaties in de wijken waar bewoners terecht kunnen met laagdrempelige zorgvragen en van waaruit preventie georganiseerd wordt.
  • We willen af van marktwerking en van het circus van aanbestedingen. Goede zorg geeft rust en zekerheid, marktwerking zorgt daarentegen voor onrust en onduidelijkheid. Ook hier komen zorgvragers centraal te staan. De gemeente kiest niet langer op basis van productiecijfers en efficiëntie welke zorg aan welke aanbieder wordt verkocht.
  • De eigen bijdrage in de WMO wordt afgeschaft.
  • We gaan inzetten op zorgcoalities waarbinnen we een duurzaam en minder versnipperd aanbod gaan opbouwen. De besparing die dit in administratieve lasten op gaat leveren zetten we in voor meer en kwalitatief betere zorg.

We beseffen dat deze herinrichting een aantal jaren zal duren; tot die tijd gaan we over op bestuurlijke aanbestedingen.

  • In subsidiebeschikkingen en aanbestedingen stellen we voorwaarden aan het antidiscriminatiebeleid van de zorgpartners waar de gemeente mee samenwerkt.
  • We maken ons hard voor de aanpak van racisme en discriminatie binnen zorgopleidingen en -instellingen.
  • In het scholingsaanbod voor de zorg (onder andere LOL) wordt een module opgenomen over zorg aan specifieke doelgroepen met daarin aandacht voor: het sociale model voor mensen met een beperking, het tegengaan van racisme, kennis over gender- en seksediversiteit en inclusieve seksuele voorlichting
  • We versterken de ondersteuning van mantelzorgers en zetten dit vanuit de wijken in zodat de ondersteuning beter aansluit bij de behoeften van mantelzorgers. We geven hierbij extra aandacht aan kinderen en jongeren die mantelzorger zijn en aan mantelzorgers met een migratie-achtergrond.
  • Binnen de Brede Raad gaan we expertgroepen op verschillende thema’s inzetten. Vanuit ervaringsdeskundigheid gaan zij kijken naar de uitvoering van de WMO in Rotterdam.
  • Sekszorg is een belangrijke vorm van zorg voor mensen die zelf niet altijd de mogelijkheid hebben om seksueel actief te zijn. Seksuele dienstverlening of ‘sekszorg’ moet mogelijk worden onder de WMO.
  • We zetten in op een gender-polikliniek in het EMC en op goede doorgeleiding van transzorg binnen de gemeente. Hierbij hebben we extra aandacht voor gemarginaliseerde groepen, zoals ongedocumenteerde trans personen.
  • BIJ1 pleit ervoor om de opleiding tot ervaringsdeskundige in de GGZ gratis toegankelijk te maken. Hiervoor wendt de gemeente subsidies aan. Ook moet de rol van ervaringsdeskundigen steviger worden verankerd in de werkwijze van zorgverleners. Niet alleen een plek aan tafel, maar ook een stem die meebeslist en een salaris dat past.
  • BIJ1 pleit voor het gebruik van de zogenaamde Big Five van bestaanszekerheid als criteria voor het stopzetten van zorg. Mensen moeten (1) een goede plek om te wonen hebben, (2) op school zitten of aan het werk zijn, (3) financiëel zelfstandig zijn, (4) een sociaal netwerk hebben en (5) de mogelijkheid hebben om met een hulpverlener in contact te komen.

Terug naar 'Zorgzame stad'